Gytsjerk / Giekerk
Gytsjerk is een oud dorp in en op dit moment het grootste dorp van de Trynwâlden. Onder de Trynwâlden vallen oorspronkelijk Gytsjerk, Oentsjerk en Aldtsjerk. Trynwâlden betekent: “in de drie wouden”. De naam Gytsjerk verwijst naar de kerk, in het Fries “tsjerke” en de eerste twee letters van de dorpsnaam betekenen “van het dorp”. Gytsjerk was niet een zodanig voornaam dorp in de Trynwâlden als de naburige dorpen Oentsjerk en Aldtsjerk met hun landjonkers.Vanouds was Gytsjerk een agrarische gemeenschap. De kleine boerderijen waren langs de wegen gevestigd, maar van een dorpscentrum, zoals in Aldtsjerk was geen sprake.
De oude Romaanse tufstenen kerk staat nog steeds buiten het dorp. De bebouwing bestond omstreeks 1850 uit de kerk, boerderijen en arbeiderswoninkjes. Wel waren er toen nog twee buitenplaatsen: Sjoerdastate en Poelzigt, beide al weer afgebroken..
Vroeger had Gytsjerk dus geen echte kom, maar na 1850 vond wel een verdichting van de bebouwing plaats. Dit was vooral het geval aan de Rinia van Nautaweg door de bouw van rentenierswoningen en door de bouw van de zuivelfabriek met bijbehorende woningen. De laatste decennia is Gytsjerk sterk veranderd doordat het dorp zich ontwikkelde als forenzendorp. Door de vele nieuwe woningen ontstond een dorpskom ten westen van de hoofdweg.
Het landschap rond Gytsjerk is sinds de middeleeuwen sterk veranderd. Vroeger was er veel meer reliëf door de hoge zandgronden van de Trynwâlden. Door de grootschalige ontzandingen in de eerste helft van de 20e eeuw is het landdschap geschonden. Resten van de vroegere bosrijkdom zijn nog de oude bos- en zandweggetjes. Het kleine “Atsjebosk” is ingericht tot wandelbos. Aan de Kooiweg, ten zuidwesten, bevindt zich een uitkijkpunt, waar men een blik kan werpen op de Ryptsjerksterpolder en het water van Sierdswiel en Houtwielen.
Het dorp op de kaart: